ESPR & digitaal productpaspoort: een overzicht van de ecodesignverordening voor de industrie in Duitsland

geschreven door

Dr. Christopher Scheubel

In dit artikel leest u of uw producten direct of indirect worden beïnvloed en welke specifieke eisen er aan deze producten worden gesteld.

Blog >

ESPR & digitaal productpaspoort: een overzicht van de ecodesignverordening voor de industrie in Duitsland

De EU-verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ESPR) is gericht op het bevorderen van duurzame en innovatieve producten en zet een marktmechanisme op de interne markt van de EU in gang dat duidelijk gunstig is voor deze producten. De verordening vervangt de vorige richtlijn inzake ecologisch ontwerp (2009/125/EG) en breidt het toepassingsgebied aanzienlijk uit, bijvoorbeeld met textiel, elektronica en vele andere productgroepen.

Het doel is niet alleen om de impact op het milieu te verminderen, maar ook om eerlijke concurrentievoorwaarden te creëren voor bedrijven in de EU en om wereldwijde duurzaamheidsnormen te helpen vormen. In dit artikel lees je of jouw producten direct of indirect worden beïnvloed en welke specifieke eisen er aan deze producten worden gesteld.

 

Huidig schema voor de betrokken productcategorieën

Het is al duidelijk wanneer de eisen van de ecodesignverordening van toepassing zullen zijn op de eerste eindproducten, tussenproducten en horizontale eisen. In deze context worden eindproducten gedefinieerd als goederen die rechtstreeks aan consumenten worden verkocht - zoals kleding, meubilair, banden of matrassen. Tussenproducten zijn industriële primaire producten zoals ijzer, staal of aluminium die in verdere productieprocessen worden gebruikt. Ook voor hen moeten milieueisen worden gedefinieerd, bijvoorbeeld met betrekking tot de koolstofvoetafdruk of het aandeel gerecycled materiaal.

Horizontale eisen daarentegen zijn regels die gelden voor alle producten binnen een categorie of sector, zoals de repareerbaarheid: in plaats van aparte regels op te stellen voor elk afzonderlijk elektronisch apparaat, zou een horizontale eis voor repareerbaarheid gelden voor alle elektronische producten, bijvoorbeeld smartphones, laptops en wasmachines. Dit verschilt van verticale eisen, die alleen van toepassing zijn op één specifiek product.

Eindproducten:

- 2027: Textiel / Kleding

- 2027: Banden

- 2028: Meubilair

- 2029: Matrassen

Tussenproducten:

- 2026: IJzer en staal

- 2027: Aluminium

Horizontale vereisten:

- 2027: Repareerbaarheid (incl. reparatiescore) voor consumentenelektronica en kleine huishoudelijke apparaten

- 2029: Recyclagegehalte en recycleerbaarheid van elektrische en elektronische apparaten

De bovengenoemde categorieën krijgen prioriteit en het tijdschema voor de invoering ervan is al vastgesteld. De ESPR zal echter op termijn van toepassing zijn op bijna alle fysieke producten die op de EU-markt beschikbaar worden gesteld of in gebruik worden genomen, met uitzonderingen voor bepaalde categorieën zoals levensmiddelen of medische hulpmiddelen, waarvoor eisen inzake ecologisch ontwerp ofwel niet uitvoerbaar zijn ofwel al onder andere regelgeving vallen.

De producten die de eerste golf zouden kunnen volgen zijn schoonmaakmiddelen, verf en smeermiddelen. Schoenen waren aanvankelijk uitgesloten. Vanwege hun impact op het milieu is er echter al een studie aan de gang om het potentieel voor ecologische verbetering van schoeisel als onderdeel van de ESPR te onderzoeken - met resultaten tegen eind 2027. Chemicaliën zijn momenteel ook uitgesloten. Vanwege hun complexiteit zal er eind 2025 een studie worden gestart om te onderzoeken hoe ze in de toekomst in de ESPR kunnen worden geïntegreerd.

Wat zijn de vereisten voor de betreffende producten?

De ESPR vormt de wettelijke basis voor de definitie van eisen voor ecologisch ontwerp - deze zullen echter variëren afhankelijk van de productcategorie. Dit betekent dat elke productcategorie zijn eigen specifieke eisen zal hebben. Deze vereisten zullen gebaseerd zijn op 4 overkoepelende categorieën:

 

Eis 1: Productontwerp

In de toekomst moeten producten die in deEU op de markt worden gebracht, voldoen aan 9 specifieke eisen op het gebied van ecologisch ontwerp.

1. duurzaamheid en betrouwbaarheid

2. herbruikbaarheid

3. opwaardeerbaarheid, repareerbaarheid, onderhoud en opknappen

4. vermijden van zorgwekkende stoffen

5. efficiënt gebruik van energie en hulpbronnen

6. gerecycled materiaal

7. opwerking en recycleerbaarheid

8. CO₂ en milieuvoetafdruk

9. afval dat ontstaat tijdens de levenscyclus van het product

Deze eisen zijn bedoeld om producten duurzamer, duurzamer en beter recyclebaar te maken. Voor deze categorieën worden achtereenvolgens limieten vastgesteld waar ze niet onder mogen komen of die ze niet mogen overschrijden.

 

Vereiste 2: digitaal productpaspoort (DPP)

Het digitale productpaspoort is een centraal element van de ESPR en maakt eisen voor ecologisch ontwerp transparant en realiseerbaar in de hele waardeketen. Het bevat relevante informatie zoals materiaalsamenstelling, CO₂, verontreinigende stoffen, reparatie- en recyclinginformatie - beschikbaar voor bedrijven, overheden en consumenten. Het DPP zal verplicht zijn voor bijna alle gereguleerde producten, met uitzondering van energiegerelateerde producten, die het energielabel (EPREL) zullen blijven gebruiken.

 

Technische vereisten voor het digitale productpaspoort:

- Gegevensdrager (bijv. QR-code of NFC-tag) met unieke productidentificatie

- Bevestiging aan product, verpakking of begeleidende documenten

- Gestandaardiseerd formaat volgens ISO/IEC 15459:2015

- Machineleesbaar en interoperabel

Het DPP verbindt gegevens, processen en belanghebbenden - en maakt duurzame producten realiseerbaar in de praktijk. De DPP's worden toegankelijk gemaakt in een centraal EU-register. Daar kunnen ze worden bekeken en geverifieerd. Dit portaal moet in juli 2026 beschikbaar zijn voor consumenten, overheden en bedrijven.

 

Eis 3: Afval vermijden voor onverkochte producten

De ESPR verplicht bedrijven om transparanter om te gaan met onverkochte producten en om afval te verminderen.

In de toekomst zullen bedrijven dit openbaar moeten maken:

- De hoeveelheid onverkochte consumentenproducten die wordt verwijderd

- De redenen voor hun verwijdering

- De gebruikte verwijderingsmethoden, in overeenstemming met de afvalhiërarchie (bijv. hergebruik vóór vernietiging)

De verordening geeft de EU de mogelijkheid om een verbod op de vernietiging van onverkochte producten in te voeren, maar hiervan wordt in het huidige werkplan nog geen gebruik gemaakt - de Commissie wacht in eerste instantie op gegevens van de nieuwe openbaarmakingsverplichtingen om toekomstige verboden gericht te kunnen rechtvaardigen.

 

Eis 4: Criteria voor groene overheidsopdrachten

De ESPR stelt de EU in staat om bindende minimumeisen voor overheidsopdrachten vast te stellen. Dit betekent dat overheidsinstanties zoals overheden verplicht kunnen worden om bijzonder milieuvriendelijke producten te kopen - op voorwaarde dat dit economisch zinvol is.

Voor de producten die in het huidige werkplan prioriteit krijgen, onderzoekt de EU-Commissie of er naast de eisen voor ecologisch ontwerp ook aankoopcriteria moeten worden vastgesteld.

In het geval van energiegerelateerde producten zijn overheidsaankopen al gekoppeld aan hun energie-efficiëntie - bijvoorbeeld via de etikettering van het energieverbruik of de richtlijn inzake energie-efficiëntie.

 

Conclusie voor industriële bedrijven:

De ESPR en het digitale productpaspoort betekenen een ingrijpende verandering voor industriële bedrijven in de EU. Ze creëren een duidelijk kader voor duurzaam productontwerp, vereisen meer transparantie in de toeleveringsketen en stellen nieuwe normen voor de recycleerbaarheid van producten. Ook al is de aanvraagperiode gespreid, betrokken bedrijven moeten zich nu al voorbereiden op de komende vereisten - vooral in prioritaire productgroepen zoals textiel, meubilair en metalen.

Het digitale productpaspoort wordt een centraal hulpmiddel in dit proces: het maakt milieu- en materiaalgegevens zichtbaar en toegankelijk - voor overheden, zakenpartners en consumenten. Bedrijven die in een vroeg stadium investeren in systematisch gegevensbeheer, optimalisatie van ecodesign en digitale infrastructuur, zorgen niet alleen voor naleving van de regelgeving, maar ook voor een concurrentievoordeel op een steeds meer op duurzaamheid gerichte thuismarkt.

De ESPR is niet alleen een nalevingskwestie - het is een kans om duurzame industriële processen en producten strategisch te ontwikkelen.

GELIJK OP cubemos

Met experts spreek

Begin nu met professioneel duurzaamheidsmanagement.